FEST
De laatste keer dat ik hem zag was op kerstavond 1994. In zijn lange zwarte wintermantel verdween hij langs mijn tante Isadora’s achterdeur, de stille nacht in. Ik had achter hem aan kunnen rennen, maar op dat moment lag tante Isadora te stikken op het tapijt. Nonkel Roger hing over haar stuiptrekkende lichaam heen gebogen. Hij klopte op haar rug, schudde haar dooreen, schreeuwde dat horen en zien verging. Versteend keek ik naar mijn bord waarop nog een half afgekloven konijnenpoot lag. Het bord van mijn lief recht tegenover me was tot het laatste restje schoon geboend. Het kon zo de kast in. Mijn blik vermeed de drie loden bolletjes die tussen onze borden inlagen.
Op het tapijt werden weinig vorderingen gemaakt met tante Isadora. Ze bewoog niet meer. Iemand holde naar de telefoon.
Ik keek naar haar lege plaats en vulde die op met haar gestalte. Daar zat iedereen weer, alsof er nog niets gebeurd was. De kerstboom schitterde met ontelbare strikken, het tafelzilver blonk, de glazen liepen bijna over. Zoals we dat van haar gewoon waren lokte tante Isadora de ene discussie na de andere uit. Soms haalde ze de Spectrum Encyclopedie boven om het pleit in haar voordeel te beslechten, maar meestal niet. Moderne kunst was een kwestie van ontwikkeling ‘gulder kunt dat niet verstaan’ en niets ging boven Knokke ‘maar ik snap dat gij u beter op uw plaats voelt in Blankenberge’.
Het bekvechten ging steeds luider, maar toen via een onooglijk scheurtje in nonkel Rogers concentratie de Vlaamse kwestie plots koud en bloot op tafel belandde, trok iedereen zijn kop in kas en zette het op een stilzwijgend vreten. Tante Isadora’s sperde haar scherpe snavel, maar daar sneed mijn moeder al door de stilte heen.
‘Lekkere kroketten!’ schreeuwde ze met haar mond vol. Haar hoofd ging heftig op en neer en ze bleef allerlei fraais over de kroketten uitkramen tot iedereen mee knikte. Mijn lief staarde mij verbijsterd aan, maar de harde lijnen om tante Isadora’s mond verzachtten zich enigszins.
‘En het konijn?’ vroeg zij tenslotte.
‘Heerlijk Isa, echt,’ hapte mijn moeder naar adem.
Zelfvoldaan keek tante Isadora de tafel rond en veegde haar zuinige mond af met haar gesteven servet.
‘Het is gestrikt, niet geschoten,’ verklaarde ze.
Net op dat ogenblik hoorde ik een luid gekraak van ergens heel dichtbij. Verbaasd haalde mijn lief een kogeltje uit zijn mond tevoorschijn en even later een stukje tand. Ik voelde ook enkele kogels in mijn mond en legde deze op het hagelwitte tafellaken. Tante Isadora weidde uit. Mijn lief en ik aten ons konijn, grijnzend naar elkaar en naar de groeiende verzameling kogels tussen ons in.
Toen ging tante Isadora naar de keuken om meer kroketten te halen. Mijn lief stond op. Hij strekte zich uit over de tafel richting het zoutvat, maar even zag ik zijn hand over het glas van tante Isadora zweven.
Nu was hij weg.
Er lagen nog drie kogels voor mijn bord. De andere zaten in tante Isadora’s luchtpijp en ze wilden er maar niet uitkomen.